Samenvatting
Leeswijzer
Deze jaarstukken bestaan uit een jaarverslag en een jaarrekening. Het jaarverslag bestaat uit de programmaverantwoording en de verplichte paragrafen.
De programmaverantwoording gaat over de realisatie van de voorgenomen activiteiten van 2019. Dit maken we zichtbaar met een zogenaamde stoplichtenrapportage. De betekenis van de symbolen is als volgt: groene vink (de activiteit is gerealiseerd of loopt volgens planning), oranje uitroepteken (de activiteit is deels gerealiseerd) en een rood kruis (de activiteit is niet gerealiseerd). De activiteiten zijn voorzien van een toelichting. De meeste activiteiten uit de programmabegroting 2019 zijn geheel of gedeeltelijk gerealiseerd en hebben een groen of oranje symbool.
De verplichte paragrafen gaan over lokale heffingen, weerstandsvermogen en risicobeheersing, onderhoud kapitaalgoederen, financiering, bedrijfsvoering, verbonden partijen en grondbeleid. We gaan hier in op de verantwoording over de geplande activiteiten uit de paragrafen van de programmabegroting 2019.
De jaarrekening bestaat uit informatie over de exploitatie, de balans, de verantwoording over specifieke uitkeringen en de grondslagen van balans en exploitatie. Er zijn bijlagen opgenomen die gaan over kredieten, eenmalige budgetten en lasten/baten per taakveld. Ook is een bijlage opgenomen met daarin de meest voorkomende gebruikte afkortingen.
Resultaat
We sluiten het jaar 2019 financieel af met een positief resultaat van € 0,7 miljoen. Dit is € 2,7 miljoen positiever dan het geraamde resultaat begroting 2019 na wijziging.
Van begroting naar rekening
De programmabegroting 2019 is op 8 november 2018 door de raad vastgesteld met een negatief geraamd resultaat van € 900.000. Dit geraamd resultaat is in 2019 gewijzigd met begrotingswijzigingen van de 1e en 2e bestuursrapportages 2019 en afzonderlijke raadsbesluiten. Het geraamde resultaat 2019 na wijziging is negatief € 1.944.000. Het gerealiseerde resultaat bedraagt € 726.000 positief.
Van begroting naar rekening (bedragen x € 1.000) | 2019 |
Geraamd resultaat begroting 2019 na wijziging | -1.944 N |
Gerealiseerd resultaat | 726 V |
Verschil t.o.v. geraamd resultaat | 2.670 V |
Toelichting op het verschil tussen gerealiseerd en geraamd resultaat 2019
In de volgende tabel geven we een toelichting op het verschil tussen het geraamd en gerealiseerd resultaat met daaronder een korte toelichting. Bij elke onderwerp is tussen haakjes het nummer van het begrotingsprogramma vermeld. In de financiële jaarrekening - onderdeel exploitatie zijn de financiële verschillen per programma meer in detail toegelicht.
Exploitatieresultaat (bedragen x € 1.000) | |
---|---|
Pensioenvoorziening (voormalige) collegeleden (0) | -2.102 |
Uitkering uit het gemeentefonds (0) | 1.499 |
Financieel technische verschillen (0) | 1.621 |
Eigendommen gronden en pachten (0) | 320 |
Personeelskosten (0) | 685 |
Straatreiniging (2) | -262 |
Groenonderhoud (5) | -230 |
Sociaal Domein (6) | 5.456 |
Toevoeging resultaat sociaal domein aan reserve (6) | -5.456 |
Facilitaire (bouw)projecten (8) | 592 |
Leges omgevingsvergunning en leges principeverzoeken (8) | 882 |
Grondexploitatie (8) | -377 |
Diversen overig per saldo | 42 |
Totaal | 2.670 |
Pensioenvoorziening (voormalige) collegeleden (nadeel € 2.102)
De individuele overdrachtswaarde van pensioenen wordt in hoge mate bepaald door de marktrente. De marktrente is in 2019 gedaald van 1,58% naar 0,29%.
In 2019 is een extra storting in de pensioenvoorziening gedaan om deze op het noodzakelijke niveau te houden.
Uitkering uit het gemeentefonds (voordeel € 1.499)
Zowel de septembercirculaire als de decembercirculaire 2019 waren voordelig voor onze gemeente. Eind 2019 zijn vanuit de decembercirculaire 2019 middelen ontvangen voor klimaatbeleid en geoormerkte middelen voor het sociaal domein. De geoormerkte middelen voor het sociaal domein zijn toegevoegd aan de bestemmingsreserve Sociaal Domein.
We stellen voor de middelen voor het klimaatbeleid over te hevelen naar 2020 bij de bestemming van het jaarrekeningresultaat 2019.
Financieel technische verschillen (€ 1.621)
Een aantal eenmalige budgetten zijn niet geheel benut en de werkzaamheden nog niet afgerond. Meestal dekken we éénmalige budgetten uit reserves, maar een klein deel heeft een dekking binnen de exploitatie. Wij stellen voor deze eenmalige budgetten over te hevelen naar 2020 zoals opgenomen in de bijlage "Eenmalige budgetten". (voordeel € 581).
De budgetten voor onvoorzien, prijsontwikkeling, kapitaallasten vervangingsinvesteringen zijn niet volledig benut en er is een btw teruggave over oude jaren ontvangen. (voordeel € 757).
De gerealiseerde kapitaallasten zijn lager dan geraamd, omdat investeringen nog in uitvoering zijn. (voordeel € 930)
Op basis van een voorlopige aangifte is een bedrag verantwoord voor te betalen vennootschapsbelasting 2019. Begin april 2020 was er nog geen overeenstemming met de belastingdienst over de definitieve aanslag. (nadeel € 647)
Eigendommen gronden en pachten (voordeel € 320)
In 2019 zijn een aantal verspreide percelen verkocht, waarvan de opbrengst niet was geraamd.
Personeelskosten (voordeel € 685)
In 2019 is het P-budget incidenteel niet benut voor € 1,6 miljoen. Er is wederom voorzichtig omgegaan met inhuur en daarnaast zijn diverse vacatures niet of een deel van het jaar ingevuld. Verder zien we een verjonging van de ambtelijke organisatie.
Verder is er het afgelopen jaar een aantal besluiten genomen die te maken hebben met het aangaan van mobiliteitsdienstverbanden. Hierbij worden afspraken gemaakt met medewerkers waardoor zij in dienst treden bij een andere organisatie en op die manier op zoek gaan naar een betrekking elders. De kosten hiervoor gaan veelal over een begrotingsjaar heen wat betekent dat de kosten van een in 2019 genomen besluit ook doorwerkt naar 2020. In overleg met de accountant stellen we daarom voor een voorziening mobiliteitsdienstverbanden te vormen. In de jaarcijfers is hiervoor een eenmalige storting van € 0,9 miljoen verwerkt met als dekking het P-budget 2019.
Straatreiniging (nadeel € 262)
Bij het nieuwe bestek voor straatreiniging zijn de arealen opnieuw in beeld gebracht. Hierbij is geconstateerd dat het areaal groter is dan voorzien in de begroting. Daarnaast zijn de lopende contracten geïndexeerd, waardoor lasten hoger zijn uitgevallen.
Groenonderhoud (nadeel € 230)
We hebben in de eerste helft 2019 twee keer stormschade gehad. Voor de opruimwerkzaamheden is de buitendienst ingezet. Voor de planmatige snoeiwerkzaamheden, die hierdoor niet uitgevoerd konden worden is een externe partij ingezet. Dit heeft hogere lasten veroorzaakt. Ook is medio 2019 het onderhoud groen van centrum Veghel en Sint Oedenrode overgegaan naar IBN/WSD. Om te kunnen voldoen aan de beeldkwaliteit is hierbij eerst een zgn. 0-beurt uitgevoerd.
Sociaal domein (per saldo budgettair neutraal)
De budgetten van het sociaal domein laten in totaal een voordeel zien van € 5.4 miljoen.
Volgens besluitvorming van de raad hebben we dit bedrag toegevoegd aan de bestemmingsreserve Sociaal Domein.
Het budget volume en prijsontwikkeling voor Jeugd en Wmo is voor 2019 niet volledig aangewend. Hier is € 2,6 miljoen over. Dit is te danken aan extra middelen die bij de meicirculaire 2019 zijn toegevoegd voor jeugdhulp en voor loon- en prijsontwikkeling voor Wmo en jeugd. Deze middelen hebben we in 2019 niet in hoeven te zetten omdat bij de 2e berap 2019 geen grote tekorten zichtbaar waren binnen jeugd en Wmo. Daarnaast hebben we bij de september- en decembercirculaire 2019 extra middelen van het Rijk ontvangen (€ 1,1 miljoen) voor het gehele sociaal domein. Deze middelen hebben vooral een incidenteel karakter en zijn in 2019 niet ingezet.
Op de budgetten voor jeugd zijn in totaal € 1,1 miljoen minder lasten verantwoord. Hierbij is sprake van incidentele voordelen omdat het eerstelijnsloket Jeugd niet heel het jaar operationeel is geweest. Ook is er een positieve afrekening over 2018 geweest voor de individuele voorzieningen in natura. Daarnaast is er structurele ruimte bij de PGB voorzieningen die vanaf 2020 wordt ingezet voor de inkoop in natura.
De budgetten voor de Wmo laten in totaal een klein voordeel zien. Er zijn wel enkele uitschieters. Er zijn hogere lasten geweest voor hulp bij het huishouden van € 0,5 miljoen. Vooral het tweede halfjaar liet een explosieve groei zien van het aantal cliënten door de invoering van het abonnementstarief. Dit nadeel werd gecompenseerd door diverse kleinere voordelen op het gebied van Wmo en welzijn. Het grootste voordeel is € 0,2 miljoen door ontvangen rijksgelden voor maatschappelijke begeleiding en verhoging taalniveau statushouders. De middelen worden alsnog (deels) ingezet in 2020.
Binnen de participatiebudgetten is in totaal een voordeel te zien van € 0,5 miljoen. Dit komt o.a. door een incidentele ontvangst van ruim € 0,2 miljoen, die in 2020 alsnog wordt ingezet voor doorontwikkeling WSW.
Ontvangsten in verband mat facilitaire (bouw)projecten (voordeel € 592)
Onder andere vanuit de ontwikkeling van woningbouw op de locatie Scheifelaar II wordt per verkochte m2 bouwgrond een bijdrage betaald aan kostenverhaal. Deze inkomsten verantwoorden op dit faciliterende complex.
Leges omgevingsvergunning en leges principeverzoeken (voordeel 882)
Er zijn meer aanvragen binnen gekomen en grotere bouwplannen dan verwacht. Met name aan het eind van het jaar zijn een aantal grote bouwprojecten in rekening gebracht. (voordeel € 572)
De werkelijke opbrengsten uit anterieure overeenkomsten blijken in 2019 hoger dan geraamd. Dit is ontstaan doordat meer incidentele verzoeken met een grote financiële omvang in 2019 in rekening zijn gebracht. (voordeel € 310)
Grondexploitatie (nadeel € 377)
Bij de jaarrekening 2019 zijn de berekeningen van de grondexploitaties geactualiseerd. Dit heeft wijzigingen tot gevolg ten opzichte van de resultaten uit de jaarrekening 2018.
We hebben de tussentijdse winstneming verlaagd (nadeel € 361).
Na actualisatie is de omvang van de verplichte verliesvoorziening voor verliesgevende complexen opnieuw bepaald (nadeel € 16). Een uitgebreide toelichting op de grondexploitatie is opgenomen in de paragraaf grondbeleid.
Structurele doorwerking verschillen jaarrekening 2019
De hierboven genoemde afwijkingen hebben een incidenteel karakter en gelden voor het jaar 2019. Er zijn ook enkele structurele afwijkingen geconstateerd, die doorwerken naar latere jaren (nadeel € 710). De grootste afwijking is een verlaagde kostentoerekening aan de grondexploitatie. Zoals bekend is bij de start van Meierijstad uitgegaan van de begrotingen van de voormalige gemeenten. Bij de jaarrekening 2017 en 2018 hebben we gezien dat we minder uren kunnen doorbelasten aan de grondexploitatie dan in de begroting was opgenomen. Dit houdt o.a. verband met de fase waarin projecten zich bevinden en een wijziging in de wetgeving, waarin striktere voorwaarden zijn opgenomen voor het door belasten van uren.
Ook in 2019 hebben we minder kunnen toerekenen aan de grondexploitatie. We hebben dit nadeel in 2017 t/m 2019 incidenteel gedekt. We gaan er van uit dat dit zich structureel zal gaan voordoen. De structurele doorwerking vanuit de jaarrekening 2019 nemen we op in de 1e bestuursrapportage 2020.
Investeringen en eenmalige budgetten
Bij het samenstellen van de jaarstukken sluiten we kredieten administratief af. Deze zijn opgenomen in de bijlage "Af te sluiten kredieten per 31 december 2019". Bij deze kredieten is in totaal € 1,5 miljoen minder uitgegeven en € 0,6 miljoen minder ontvangen. Dit leidt tot lagere incidentele onttrekkingen uit voorzieningen van € 0,3 miljoen en structureel lagere kapitaallasten van € 0,02 miljoen.
Voor de kredieten waarvan de activiteiten nog niet zijn afgerond stellen we voor deze over te hevelen naar het volgende jaar. Deze zijn opgenomen in de bijlage "Kredieten die overgaan naar 2020". We stellen voor een restant krediethoogte van afgerond € 51,7 miljoen over te hevelen naar 2020.
We sluiten eenmalige budgetten af met een totaalbudget van € 0,7 miljoen. Daarnaast stellen wij voor eenmalige budgetten over te hevelen naar 2020 voor een restantbudget van € 6,6 miljoen. Met deze overheveling is het mogelijk de projecten c.q. activiteiten in 2020 uit te voeren. Van deze € 6,6 miljoen heeft € 5,9 miljoen een dekking uit reserves en voor € 0,6 miljoen stellen wij voor dit te doen met de resultaatbestemming.
Voor het overhevelen van deze eenmalige budgetten heeft de raad spelregels vastgesteld. Het college vraagt bij sommige budgetten gemotiveerd af te wijken van deze spelregels. De eenmalige budgetten zijn opgenomen in de bijlage "Eenmalige budgetten".
Resultaatbestemming
De jaarrekening 2019 sluit met een positief rekeningresultaat van afgerond € 0,7 miljoen. Ten opzichte van het verwachte rekeningresultaat (tekort van € 1,9 miljoen) is dit een positieve ontwikkeling van € 2,6 miljoen. We stellen voor om voor een bedrag van € 2,4 miljoen bestemmingen te doen. De voorgestelde dekking is € 0,7 miljoen uit het gerealiseerde resultaat 2019 en € 1,7 miljoen uit de algemene risicoreserve. De bestemming van het rekeningresultaat vindt plaats als de jaarrekening is vastgesteld.
Voorstellen tot resultaatbestemming (bedragen x € 1.000) | |
---|---|
Eenmalige budgetten (overheveling ten laste van de exploitatie) | 581 |
Ontvangen middelen klimaatbeleid - decembercirculaire 2019 | 280 |
Onderwijshuisvesting | 156 |
Aanvullende subsidie De Blauwe Kei | 86 |
Uitvoeringsplan Integrale Veiligheid | 75 |
Lokale Omroep Meierijstad | 30 |
Personele kosten invoeren omgevingswet | 973 |
Budget invoeren van de omgevingswet | 166 |
Snoeien bomen | 85 |
Laaggeletterdheid | 28 |
Totaal | 2.460 |
Toelichting
Eenmalige budgetten
Voor een toelichting zie de bijlage "Eenmalige budgetten".
Ontvangen middelen klimaatbeleid - decembercirculaire 2019
In het Klimaatakkoord van juni 2019 is afgesproken dat het Rijk middelen ter beschikking stelt aan gemeenten voor de periode 2019 tot en met 2021. De nadruk bij deze middelen ligt op de ondersteuning van de decentrale overheden bij het realiseren van de Regionale Energie Strategieën (RES) en op de ondersteuning van gemeenten bij de Transitievisies Warmte.
In de decembercirculaire 2019 zijn deze middelen beschikbaar gekomen. De lasten zullen eerst in 2020 en 2021 komen.
Onderwijshuisvesting
We stellen voor het budget 2019 te bestemmen in verband me. lopende onderhandelingen. In 2020 ronden we de gesprekken over de nieuwe doordecentralisatie afspraken af.
Aanvullend subsidie De Blauwe Kei
De jaarrekeningen over 2017 en 2018 zijn ontvangen en beoordeeld. Geconcludeerd is dat beide jaren sluiten met een negatief exploitatiesaldo van in totaal € 86.000.
Voor een verantwoorde en sluitende exploitatie van DBK is extra subsidie noodzakelijk om het huidig ambitieniveau te kunnen uitvoeren. Voorgesteld wordt om incidenteel een extra subsidie van € 86.146 beschikbaar te stellen. Dit voornemen is eerder via raadsinformatiebrief toegelicht.
Uitvoeringsplan integrale veiligheid
Op 5 juli 2018 heeft de Raad het Integraal veiligheidsbeleid 2019-2022 vastgesteld. De uitwerking van het beleid wordt vastgelegd in uitvoeringsplannen. Het jaar 2019 is gebruikt om plannen te ontwikkelen en in de steigers te zetten. Daardoor zijn niet alle beschikbare middelen benut. Het uitvoeringsplan 2020 is een ambitieus en integraal plan, waarin alle activiteiten, acties en ontwikkelingen op het gebied van de diverse thema’s zijn weergegeven. Om uitvoering te kunnen geven aan de (beschreven) ambities stellen we voor het restant budget 2019 van afgerond € 75.000 te bestemmen.
Lokale Omroep Meierijstad
De lokale omroep Meierijstad verzoekt de gemeente medewerking te verlenen om financieel te participeren in specifieke projecten en programma's, waarvoor zij zelf geen of onvoldoende budgetten heeft maar die zeker bijdrage aan het uitdragen van de Mijlpalen van Meierijstad. Voorgesteld wordt om voor 2020 een bijdrage van € 30.000 beschikbaar te stellen.
Personele kosten invoering Omgevingswet
In de raadsinformatiebrief van april 2020 hebben we u geïnformeerd over uitstel van de invoeringsdatum van de Omgevingswet en de gevolgen daarvan voor Meierijstad. Voor de invoering van de Omgevingswet heeft de VNG een overzicht gemaakt met de minimale acties die moeten zijn afgerond om een afdoende dienstverlening te garanderen. Het feit dat de VNG pas in februari 2020 met een dergelijke lijst kwam zegt veel over de hoeveelheid uitvoeringsregels die van de rijksoverheid komt en de tijdsdruk die nog altijd bestaat. De datum van invoering is vastgesteld op 1 januari 2022. Om dit te behalen moet er onvervaard worden doorgewerkt op de terreinen van gebiedsontwikkeling (visie en regelgeving), vergunningverlening (volledig nieuwe werkprocessen met omgevingstafel) en ICT (ingerichte applicaties en aansluiting landelijke voorziening).
Budget invoeren van de Omgevingswet
Bij de jaarrekening 2019 resteert een bedrag van € 166.000. Dit overschot is mede ontstaan omdat enerzijds beoogde werkzaamheden voor de MER procedure bij de omgevingsvisie later zijn gestart en deels zijn doorgeschoven naar 2020. Anderzijds zijn de verplichtingen voor een nieuwe ICT omgevingsapplicatie in 2019 aangegaan maar komen in 2020 tot betaling.
Snoeien bomen
In verband met Europese aanbesteding van het raamcontract is 50% van de totale snoeiopdracht pas in september opgestart. Daarnaast is i.v.m. de ontwikkelopdracht van de buitendienst een aannemer ingeschakeld om een deel van het werkgebied van de eigen dienst over te nemen.
Laaggeletterdheid
In 2019 is het aantal taalcursussen toegenomen in de gemeente Meierijstad. Hiervoor is het regionaal volwassen educatie budget beschikbaar. De verwachting is dat de stijging in 2020 zich zal voortzetten en deze kosten niet volledig gedekt kunnen worden uit dit regionaal volwasseneducatie budget. De overgebleven middelen van 2019 willen we hiervoor inzetten.