- Omgevingsdienst Brabant Noord
Omgevingsdienst Brabant Noord
Omgevingsdienst Brabant-Noord
Algemene informatie
Programma:
7. Volksgezondheid en milieu
URL:
Verantwoordelijk bestuurder:
C.H.C.(Kees) van Rooij
Bestuurlijk vervanger:
H.G.W.M. (Harry) van Rooijen
Veranderingen in het belang van Meierijstad in de verbonden partij:
nee
Soort verbonden partij:
Gemeenschappelijke regeling
Bestuurlijk belang
Vertegenwoordigd in Algemeen Bestuur
Openbaar belang
De omgevingsdienst voert ten behoeve van de deelnemende gemeenten en provincie taken uit op het gebied van Omgevingsrecht en levert als verlengstuk van het lokaal en provinciaal bestuur een bijdrage aan een schone, leefbare en veilige werk- en leefomgeving van de regio Brabant-Noord. De werkwijze van de omgevingsdienst is gericht op het zoveel mogelijk beperken van de uitvoeringskosten voor overheid en samenleving en het verder optimaliseren van vergunningverlening en toezicht en handhaving.
Bijzondere ontwikkelingen en beleidsvoornemens
Het Dagelijks Bestuur van de ODBN heeft op grond van artikel 34b Wet gemeenschappelijke regelingen (Wgr) de concept kadernota 2021 ter meningsvorming aangeboden aan de raden en staten van de deelnemende gemeenten en provincie. De kadernota geeft aan welke inhoudelijke en financiële uitgangspunten zij hanteert voor de begroting 2021. De kadernota zal definitief worden vastgesteld door het Algemeen Bestuur van de ODBN op 25 maart 2021. Het jaar 2021 is een jaar van veel ontwikkelingen. Een van de meest in het oog springende thema’s is de Omgevingswet. Vanaf 2021 staan we als overheid aan de lat om deze wet uit te voeren. Voor het deel vergunningverlening, toezicht en handhaving treft de ODBN in 2019 en 2020 samen met ons de voorbereidingen. Nieuwe werkwijzen, nieuwe procedures en kortere beslistermijnen zijn desalniettemin spannend en vragen om afstemming en pragmatisme.
Daarnaast zullen initiatiefnemers van de overheid meer ruimte verwachten en een ‘meedenkende’ overheid conform het adagium van de Omgevingswet. En de overheid blijft, met een andere pet op, hoeder van het algemeen belang. Dit wordt nog een interessant spanningsveld.De belangrijkste risico's
Iedere organisatie loopt natuurlijk risico’s. Bij de tweede bestuursrapportage 2019 is de voorziening wachtgeldverplichting gevormd en aan de algemene reserve onttrokken. Bij de jaarrekening 2019 worden de risico’s geactualiseerd en afgezet tegen het weerstandsvermogen om de actuele ratio te bepalen. Als de ratio te laag is, worden beheersmaatregelen voorgesteld. Deze actie vindt bij de begroting 2021 (en verdere P&Cproducten) plaats.
Financieel belang
Realisatie 2018
Begroot 2019
Realisatie 2019
Bijdrage van gemeente
1.675.709
2.512.500
2.106.300
Eigen vermogen per 1-1
3.809.300
10.552.700
10.552.700
Eigen vermogen per 31-12
10.552.700
10.452.700
8.575.000
Vreemd vermogen per 1-1
12.158.100
12.770.800
7.570.200
Vreemd vermogen per 31-12
7.570.200
12.791.800
5.594.000
Resultaat
6.743.400
160.200
168.000
- Stadsgewest 's-Hertogenbosch (alleen stortplaats)
Stadsgewest 's-Hertogenbosch (alleen stortplaats)
Stadsgewest 's-Hertogenbosch (alleen stortplaats)
Algemene informatie
Programma:
7. Volksgezondheid en milieu
URL:
Verantwoordelijk bestuurder:
J.H.M. (Jan) Goijaarts
Bestuurlijk vervanger:
H.G.W.M. (Harry) van Rooijen
Veranderingen in het belang van Meierijstad in de verbonden partij:
nee
Soort verbonden partij:
Gemeenschappelijke regeling
Bestuurlijk belang
Vertegenwoordigd in Algemeen Bestuur door wethouder J. Goijaarts
Openbaar belang
Het Stadsgewest is niet meer echt actief en wordt alleen nog in stand gehouden voor afwikkeling van de Vuilstortplaats De Vlagheide in Schijndel.
Bijzondere ontwikkelingen en beleidsvoornemens
De afdichting van de stortplaats is inmiddels afgerond. Door de aannemer van de afdichting is hoger beroep ingesteld tegen de eerder (in arbitrage) gedane uitspraak. De aannemer kan zich echter niet in de uitspraak van de arbiters vinden en heeft hiertegen hoger beroep ingesteld. Tot het moment dat er een onherroepelijke uitspraak is gedaan, bestaat er een theoretische kans dat het Stadsgewest alsnog een aanvullend bedrag aan de aannemer dient te betalen. Het Stadsgewest acht deze kans echter zeer klein en heeft hier dan ook geen voorziening voor opgenomen in de begroting.
Met het oog op de overdracht van de eeuwigdurende nazorg van de voormalige stortplaats aan de provincie Noord-Brabant vindt er al enige jaren tussen het Stadsgewest en de provincie overleg plaats over de hoogte van het (doel)vermogen, dat benodigd is voor de bekostiging van die nazorg. Belangrijk onderdeel in de gesprekken tussen deze partijen is de hoogte van de door de provincie gehanteerde rekenrente en het effect daarvan op het door het Stadsgewest in te leggen doelvermogen. De provincie heeft het voornemen om de huidige rekenrente van 5,06% te verlagen naar 3,65%. Er bestaat over de hoogte van het in te brengen doelvermogen dan ook nog geen overeenstemming tussen het Stadsgewest en de provincie. Indien uiteindelijk het doelvermogen hoger dient te zijn dan oorspronkelijk geraamd dienen de deelnemende gemeenten een aanzienlijke aanvullende bijdrage aan het Stadsgewest te leveren.
Het Stadsgewest zal de nazorg en exploitatie van de voormalige vuilstortplaats de komende tijd niet aan de provincie overdragen. Partijen zijn in dat verband overeengekomen dat (de nazorg van) de voormalige stortplaats de komende vijf jaren niet wordt overgedragen aan de provincie, waarbij de rekenrente in ieder geval voor deze periode wordt gehandhaafd op 5,06%. Dit betekent dat het Stadsgewest in ieder geval nog wordt gecontinueerd na 2020. Tot in ieder geval 1 januari 2025 zal er door de provincie dan ook geen formele sluitingsverklaring worden afgegeven.
De komende vijf jaren zullen onder meer worden benut om het overleg met de provincie over de hoogte van het doelvermogen voort te zetten en (dus) te bezien of er voor de deelnemende gemeenten goedkopere alternatieven voor eeuwigdurende beheer van de vuilstortplaats bestaan.De belangrijkste risico's
- Doelvermogen nazorgfonds:
Na de definitieve sluiting van de stortplaats wordt de (eeuwigdurende nazorgverplichting ten aanzien van de) stortplaats overgedragen aan de Provincie. Bij overdracht moet een vermogen zijn overgedragen waaruit de provincie de kosten van nazorg eeuwigdurend kan bekostigen.
De hoogte van de eindwaarde van het doelvermogen wordt in hoge mate bepaald door de te hanteren rekenrente. Thans is die op 5,06 % bepaald. In de laatste voorstellen van de provincie wordt voorgesteld die rekenrente naar 3,65 % te verlagen hetgeen een incidentele, maar aanzienlijke, hogere bijdrage van de gemeente Meierijstad tot gevolg heeft van ca. € 3 mln.- Beheerskosten
Het voorlopig niet overdragen van de vuilstortplaats aan de provincie en het dus feitelijk langer in stand houden van de beheersorganisatie van het Stadsgewest heeft voor de gemeente Meierijstad financiële consequenties. Als, overeenkomstig voorliggende voorstel van het bestuur van het Stadsgewest, eind 2020 wordt afgerekend moet er eenmalig bijna € 0,7 mln extra in de reeds getroffen voorziening worden gestort. Elk jaar dat het Stadsgewest vervolgens langer blijft bestaan wordt er per jaar rekening gehouden met € 0,12 mln aan te betalen beheerskosten door de gemeente Meierijstad.
Financieel belang
Eind 2020 moet er met het stadsgewest worden afgerekend voor een bedrag dat thans begroot is op € 1.015.784,--. Hiervoor is reeds € 991.403,-- in de voorziening Afval opgenomen en moet in 2020 nog extra storting plaatsvinden van € 24.381,--.Vanaf 2021 is de bijdrage van Meierijstad in de beheerskosten van het Stadsgewest structureel in de begroting opgenomen aan de hand van een vast bedrag per inwoner van thans € 1,56 voor 2021 en 2022 en € 1,26 voor 2023 en 2024.
Realisatie 2018
Begroot 2019
Realisatie 2019
Bijdrage van gemeente
PM
PM
0
Eigen vermogen per 1-1
- 5.248.000
- 5.248.000
Eigen vermogen per 31-12
- 6.937.000
Vreemd vermogen per 1-1
5.686.000
5.686.000
Vreemd vermogen per 31-12
7.190.000
Resultaat
- 111.000
36.000
- Gewestelijke Gezondheidsdienst (GGD) Hart voor Brabant
Gewestelijke Gezondheidsdienst (GGD) Hart voor Brabant
Gewestelijke Gezondheidsdienst (GGD) Hart voor Brabant
Algemene informatie
Programma:
7. Volksgezondheid en milieu
URL:
Verantwoordelijk bestuurder:
H.J. (Rik) Compagne
Bestuurlijk vervanger:
M.H.B. (Menno) Roozendaal
Veranderingen in het belang van Meierijstad in de verbonden partij:
nee
Soort verbonden partij:
Gemeenschappelijke regeling
Bestuurlijk belang
Vertegenwoordigd in Dagelijks Bestuur en Algemeen Bestuur door wethouder Compagne
Openbaar belang
De GGD Hart van Brabant geeft uitvoering aan de wet Publieke Gezondheid. De GGD doet dit in opdracht van de binnen de regio vallende gemeenten. Het beleid van de GGD richt zich op de publieke en preventieve gezondheid; de taken die de overheid op zich neemt om de gezondheid van iedereen te bewaken, beschermen en bevorderen, zonder dat mensen daar altijd om vragen. Daarbij heeft ze extra aandacht voor mensen die meer hulp nodig hebben, bijvoorbeeld omdat ze kwetsbaar zijn of zorg mijden. Samenwerking staat daarbij centraal. De GGD wil haar kennis actief verbinden aan partijen in het sociaal- en veiligheids domein en het openbaar bestuur. De financiële voordelen, kwaliteit zorg/dienstverlening en het brede pakket aan diensten zijn argumenten voor gemeenten om deel te nemen aan deze gemeenschappelijke regeling.
Taken GGD:- Jeugdgezondheid
- Gezondheidsbescherming
- Gezondheidsbevordering en leefstijl
- Monitoren, signaleren en advies
- Toezicht houden
- Publieke gezondheid bij rampen en crises
- Openbare geestelijke gezondheidszorg
Bijzondere ontwikkelingen en beleidsvoornemens
In juli 2019 stelde het Algemeen Bestuur de beleidsvisie 2019-2023 vast. Het is een bijgewerkte beleidsvisie van de eerder vastgestelde beleidsvisie 2017-2021, waardoor de nieuwe beleidsvisie nu aansluit op de zittingstermijn van de gemeenteraden. Deze nieuwe beleidsvisie is de vertaalslag van landelijke, regionale en lokale ontwikkelingen, waaronder de coalitieakkoorden die na de gemeenteraadsverkiezingen van maart 2018 zijn opgesteld. De visie geeft inhoudelijk richting aan de GGD.
Andere bijzondere ontwikkelingen:
- Eind 2019 heeft het Algemeen bestuur besloten om in 2020 een integrale actualisering van het basispakket uit te voeren. De laatste keer dat dit gebeurde was in 2015, gelijktijdig met de decentralisaties in het sociale domein. Het is wenselijk om het basispakket periodiek aan te passen aan de eisen van nu en de opgaven van morgen, zoals beschreven in de beleidsvisie 2019 – 2023.
- Naar verwachting treedt per 1 januari 2021 de Omgevingswet in werking: In de beleidsvisie 2019 – 2023 is als ambitie opgenomen dat de GGD in beeld is bij gemeenten als vanzelfsprekende partner bij het inrichten van een gezonde leefomgeving. Het doel is om samen met inwoners, gemeenten en partners een leefomgeving te creëren die bijdraagt aan preventie en waar het gezond wonen, werken en verblijven is. De GGD formuleerde een visie op de manier waarop zij zich wenst te positioneren in het krachtenveld van de omgevingswet, om dit doel zo effectief mogelijk na te streven.
- Sinds 16 december 2019 is de maternale kinkhoestvaccinatie voor zwangere vrouwen opgenomen in het Rijksvaccinatieprogramma (RVP). De GGD zal deze vaccinatie in het kader van de jeugdgezondheidszorg uitvoeren. De financiering voor het vaccinatieprogramma loopt sinds 2019 via de gemeentelijke bijdrage.
De belangrijkste risico's
De GGD merkt dat de druk op de zorgketen toeneemt, waardoor er wachtlijsten (zijn) ontstaan bij (jeugd)zorginstellingen. Het risico dat jongeren tussen de wal en het schip geraken en niet de zorg krijgen die ze nodig hebben, neemt daardoor toe.
Financieel belang
Realisatie 2018
Begroot 2019
Realisatie 2019
Bijdrage van gemeente
2.369.713
2.600.043
2.600.043
Eigen vermogen per 1-1
10.756.000
10.147.000
10.147.000
Eigen vermogen per 31-12
10.147.000
8.666.000
8.528.000
Vreemd vermogen per 1-1
8.902.000
7.889.000
7.889.000
Vreemd vermogen per 31-12
7.889.000
8.371.000
Resultaat
357.000
0
152.000
- Ambulancevoorziening Brabant Midden-West-Noord
Ambulancevoorziening Brabant Midden-West-Noord
Ambulancevoorziening Brabant Midden-West-Noord
Algemene informatie
Programma:
7. Volksgezondheid en milieu
URL:
Verantwoordelijk bestuurder:
H.J. (Rik) Compagne
Bestuurlijk vervanger:
H.G.W.M. (Harry) van Rooijen
Veranderingen in het belang van Meierijstad in de verbonden partij:
nee
Soort verbonden partij:
Gemeenschappelijke regeling
Bestuurlijk belang
Vertegenwoordigd in Algemeen Bestuur/Dagelijks Bestuur door wethouder Compagne
Openbaar belang
Het openbaar lichaam heeft ten doel het verlenen of doen verlenen van ambulancezorg. Bij de RAV staat de patiënt centraal. Kwaliteit van zorg en patiëntveiligheid staan hoog in het vaandel.
De GR RAV Brabant Midden-West-Noord heeft tot taak:
- Het instellen en in stand houden van een Regionale Ambulancevoorziening;
- Het in stand houden van een meldkamer ambulancezorg;
- Het vaststellen en (doen) uitvoeren van het Regionaal Ambulance Plan;
- Het (doen) leveren van een bijdrage aan de Geneeskundige Hulpverlening bij Ongevallen en
- Rampen ten behoeve van de Veiligheidsregio Midden- en West-Brabant en de Hulpverleningsdienst Brabant-Noord.
De doelstelling van de RAV Brabant Midden-West-Noord is het leveren van kwalitatief hoogwaardige ambulancezorg, die tijdig ter plaatse is en binnen de budgettaire kaders wordt gerealiseerd.
Bijzondere ontwikkelingen en beleidsvoornemens
- In juni 2019 informeerde de minister van VWS de Tweede Kamer over de contouren van de toekomstige wetgeving rondom ambulancezorg. Hij is voornemens de vergunning tot ambulancezorg te verlenen aan de huidige aanbieders, onder strakke overheidsregulering.
- De vraagtekens die de ambulancesector al jaren stelt bij de 15 minutennorm, worden nu ook door het ministerie erkent. De verwachting is dan ook dat in de komende jaren het zwaartepunt zal verschuiven van tijdigheid naar kwaliteit van zorg. De 15-minuten norm wordt nog niet losgelaten, deze indicator heeft namelijk een link met het landelijk referentiekader voor spreiding en beschikbaarheid dat elk jaar opnieuw bekeken en bijgesteld wordt als basis voor het budget voor de paraatheid. In dat kader noemt de minister een aantal belangrijke ontwikkelingen die kunnen leiden tot verbetering binnen de ambulancezorg: zorgcoördinatie (gezamenlijke beoordeling van de zorgvraag), zorg- en functiedifferentiatie (de juiste ambulancezorgverlener voor de juiste acute zorgvraag) en het sturen op inhoudelijke zorgindicatoren. Zaken waarop de RAV Brabant Midden-West-Noord reeds heeft voorgesorteerd in haar meerjarenplan 2019-2021. Dit meerjarenplan heeft als thema ‘Ambulancezorg vanuit het hart’, en werd in april vastgesteld door het Dagelijks Bestuur.
- In 2019 werd de RAV geselecteerd om per 1 januari 2020 te starten met de pilot Zorgcoördinatie in de Bossche regio. De RAV ontvangt hiervoor via de zorgverzekeraars subsidie van VWS. In deze pilot werkt de RAV intensief samen met het Jeroen Bosch Ziekenhuis, de HAP Huisartsenposten Oost-Brabant, Brabant Zorg (VVT), Vivent (VVT), Farent (sociaal domein) en Reinier van Arkel (GGZ). In 2021 verwacht de RAV deze pilot te kunnen evalueren.
- In 2019 startte in de regio Midden-Brabant een pilot waarbij de verpleegkundig specialisten worden ingezet in het primair proces. Zij opereren als soloverpleegkundige, daar waar meer kennis en expertise nodig is dan de reguliere ambulancezorg kan leveren. Onnodig vervoer kan hiermee vaak worden voorkomen.
- Het traject van de LMS (Landelijke meldkamer samenwerking) heeft in de afgelopen jaren meerdere malen vertraging opgelopen, o.a. vanwege technische problemen rondom de opvolger van het communicatiesysteem C2000. In 2019 is de verbouwde meldkamer in Den Bosch in gebruik genomen door de MKA Oost-Brabant, waarin de MKA Brabant-Noord en de MKA Zuidoost-Brabant samenwerken.
De belangrijkste risico's
- In 2019 was wederom sprake van een stijgend ritaanbod. Gezien de aanhoudende productiestijging en de krapte op de arbeidsmarkt voor acute zorg, krijgen de meeste RAV’s de laatste jaren het gat tussen het referentiekader Spreiding en Beschikbaarheid en de werkelijk geleverde paraatheid niet gedicht. Daarom verwachten zowel de RAV Midden- en West-Brabant als de RAV Brabant-Noord in 2021 maximaal 94,5% dekking te kunnen bereiken
- Het grote knelpunt in de paraatheidsuitbreiding is (nog steeds) personeel. Het is al jaren erg lastig om voldoende geschikt personeel te werven, en het personeelstekort in de acute zorg zal de komende jaren alleen nog maar toenemen. De RAV Brabant MWN heeft de laatste jaren veel aandacht besteed aan het bevorderen van de instroom van nieuwe medewerkers, duurzame inzetbaarheid van het zittende personeel, en efficiënte capaciteitsplanning.
- Er kan niet meer worden volstaan met werving uit de vijver van IC- en SEH-verpleegkundigen. Sinds het experimenteerartikel in 2017 van kracht werd zet de RAV Brabant MWN ook BMH-ers (Bachelor Medische Hulpverlening) in. Deze opleiding levert helaas nog niet genoeg afgestudeerden op om het probleem op te lossen. In oktober 2019 is de interne opleiding gestart van HBO-V’ers tot ambulanceverpleegkundige.
Financieel belang
De begroting is sluitend. De begroting 2020 is kostendekkend en er is geen gemeentelijke bijdrage in opgenomen.
Realisatie 2018
Begroot 2019
Realisatie 2019
Bijdrage van gemeente
0
0
0
Eigen vermogen per 1-1
13.036.000
13.036.000
14.074.000
Eigen vermogen per 31-12
14.074.000
12.925.000
13.670.000
Vreemd vermogen per 1-1
27.307.000
21.593.000
25.747.000
Vreemd vermogen per 31-12
25.747.000
30.593.000
25.506.000
Resultaat
1.047.000
0
-371.000