Kortlopende vorderingen zijn uitzettingen met een looptijd korter dan één jaar.
Uitzettingen < 1 jaar | Boekwaarde | Voorziening oninbaarheid | Balans | Balans |
---|---|---|---|---|
Vorderingen op openbare lichamen | 12.038 | 0 | 12.038 | 14.591 |
Uitzettingen in ’s Rijks schatkist met een rentetypische looptijd korter dan één jaar | 11.234 | 0 | 11.234 | 2.950 |
Rekening-courantverhoudingen met niet-financiële instellingen | 623 | 0 | 623 | 671 |
Overige vorderingen | 13.019 | 1.090 | 11.929 | 7.658 |
Totaal | 36.914 | 1.090 | 35.824 | 25.869 |
Toelichting:
De uitzettingen in 's Rijks schatkist zijn per einde 2019 hoger dan in 2018, omdat er per einde 2019 meer overtollige middelen (Bank saldi) zijn. De overtollige middelen vloeien volgens het schatkistbankieren naar de rijks schatkist.
Schatkistbankieren
Drempelbedrag
In principe dienen alle overtollige middelen in de schatkist te worden aangehouden. Er zijn echter een aantal uitzonderingen. Eén daarvan is het drempelbedrag. Dat is een minimumbedrag (afhankelijk van de omvang van de decentrale overheid) dat gemiddeld per kwartaal buiten de schatkist mag worden gehouden. Voor gemeente Meierijstad is dat voor 2019 € 1.805.572.
Berekening benutting drempelbedrag schatkistbankieren
Het drempelbedrag is bedoeld om het dagelijkse kasbeheer te vereenvoudigen: in principe hoeven dus alleen de liquide middelen die boven het drempelbedrag uitgaan in de schatkist te worden aangehouden. In 2019 hebben geen overschrijdingen plaatsgevonden van het drempelbedrag. In onderstaande tabel is te zien wat de benutting van het drempelbedrag schatkistbankieren gedurende de vier kwartalen 2019 is geweest:
Berekening benutting drempelbedrag schatkistbankieren (bedragen x € 1.000) | |||||
---|---|---|---|---|---|
Verslagjaar: 2019 | |||||
(1) | Drempelbedrag | 1.806 | |||
Kwartaal 1 | Kwartaal 2 | Kwartaal 3 | Kwartaal 4 | ||
(2) | Kwartaalcijfer op dagbasis buiten 's Rijks schatkist aangehouden middelen | 328 | 389 | 300 | 316 |
(3a) = (1) > (2) | Ruimte onder het drempelbedrag | 1.477 | 1.417 | 1.506 | 1.489 |
(3b) = (2) > (1) | Overschrijding van het drempelbedrag | - | - | - | - |
(1) Berekening drempelbedrag | |||||
(4a) | Begrotingstotaal verslagjaar | 240.743 | |||
(4b) | Het deel van het begrotingstotaal dat kleiner of gelijk is aan € 500 miljoen | 240.743 | |||
(4c) | Het deel van het begrotingstotaal dat de € 500 miljoen te boven gaat | - | |||
(1) = (4b)*0,0075 + (4c)*0,002 met een minimum van €250.000 | Drempelbedrag | 1.806 | |||
(2) Berekening kwartaalcijfer op dagbasis buiten 's Rijks schatkist aangehouden middelen | |||||
Kwartaal 1 | Kwartaal 2 | Kwartaal 3 | Kwartaal 4 | ||
(5a) | Som van de per dag buiten 's Rijks schatkist aangehouden middelen | 29.564 | 35.361 | 27.566 | 29.113 |
(5b) | Dagen in het kwartaal | 90 | 91 | 92 | 92 |
(2) - (5a) / (5b) | Kwartaalcijfer op dagbasis buiten 's Rijks schatkist aangehouden middelen | 328 | 389 | 300 | 316 |